Koekjes en campers op de Ketelbrug

Het uitzicht vanaf de Ketelburg is fantastisch. Kijk je naar links (als je naar het Noorden rijdt), dan zie je Urk en het IJsselmeer, rechts schittert het Ketelmeer. Je ziet de tonnen, de schepen, het is echt een bridge with a view. Zou het door al dat moois komen dat de brug zijn reputatie als bug weer eens waarmaakte, toen een camper vol op achterop een vrachtwagen knalde en we met z’n allen een uur of vier stil stonden op de A6? Bruggen en tunnels hebben een wonderlijk effect op chauffeurs, zeker wanneer je vlak ervoor je snelheid moet minderen én er een bocht in de weg zit. Het gaat nogal eens mis. Zo ook op die zonnige vrijdag in juni. Erg naar voor de mensen die misschien net iets te lang van het uitzicht genoten, vergaten op tijd te remmen en naar het hospitaal werden afgevoerd, hinderlijk voor de mensen in de file.  Stilstaan, stukje rijden, stilstaan, stukje rijden en daarna heel lang stilstaan. Het duurde even voordat ik vrede had met de situatie. Ik meldde dat ik iets later op mijn afspraken zou komen, en toen de ernst van de situatie duidelijk werd, heb ik ze maar afgebeld.

Zo’n file, zeker als hij wat langer duurt, is een mooi sociologisch experiment. Je staat in een bijna volkomen willekeurige samenstelling op het asfalt. Vrachtwagens, campers, oudere bestuurders en 2CV’s rechts, de meeste personenauto’s links. Ik stond links, naast een truck, voor een oude Renault met een compleet in het zwart gehuld gezin, achter een grote Honda van een type dat ik nog nooit had gezien. De vrachtwagenchauffeur klapte een rooster aan de voorkant van zijn enorme Volvo uit en ging eens lekker zitten bellen. Lijkt me heerlijk, zo’n uitklapbankje. De mensen achter me installeerden zich bij de vangrail aan de bermkant. Moeders met peuters maakten een wandelingetje tussen de auto’s, we voerden gesprekjes van het soort dat je voert op de camping.

Ik besloot een kijkje te nemen op de url die me al zeker twee uur aankeek vanaf de auto voor me en kwam terecht op een site met prachtige afbeeldingen van bloemen en fijne verhalen over hoe je rust en ontspanning vindt. Aanleiding voor een campingpraatje met de ontspanningsdame over ontspanning in de file (dat viel ook haar niet mee), waarom het stuur van haar auto aan de rechterkant zit (Japanse import). Of ik iets te eten bij me had, vroeg ze een uur later. Nee, zo voorbereid was ik nou ook weer niet. Maar ik had een idee. Vraag het de campermensen verderop, die hebben ongetwijfeld iets voor je. Dat was een heel goed idee, dank voor de suggesties, zei ze later, knagend op een hypobestrijdend koekje. Dat zijn de twee kanten van campermensen. Ze houden ze de boel op, maar willen best hun koekjes met je delen.In de file voor de Ketelbrug

Rules for writers

Rules for writers

1 One should never generalize.

2 Comparisons are as bad as clichés.

3 Don’t use no double negatives. 

4 Eschew ampersands & abbreviations, etc.

5 One-word sentences? Eliminate.

6 Analogies in writing is like feathers on a snake.

7 Eliminate commas, that are, not necessary. 

8 Parenthetical words however should be enclosed in commas.

9 Never use a big word when a diminutive one would suffice.​

10 DO NOT use exclamation points and all caps to emphasize!!!

11 Use words correctly, irregardless of how others use them.

12 Understatement is always the absolute best way to put forward earth shaking ideas.

13 Use the apostrophe in it’s proper place and omit it when its not needed.​

14 Eliminate quotations. As Ralph Waldo Emerson said, ‘I hate quotations. Tell me what you know.’

For sources and more rules: https://plainlanguage.gov/resources/humor/how-to-write-good/

 

 

Het beroemde duet uit de Parelvissers

Over wie zingen ze eigenlijk, die twee parelvissers die elkaar eeuwige vriendschap beloven? Onze zangjuf wist het meteen: “Die déesse, dat ben ik.” Wie haar kent, weet dat ze volkomen gelijk heeft.

Vera Ramer

In de opera Les Pêcheurs de Perles van George Bizet, zingen Nadir en Zurga over Leïlia, de vrouw die hun beider harten veroverde. Om hun vriendschap niet in gevaar te brengen, besluiten ze de gedachte aan Leïla op te geven en te kiezen voor hun vriendschap.

(Johan Westera en Dolf Weverink zongen deze mooie noten met Peter van der Kamp aan de piano tijdens een masterclass bij Vera Ramer op 21 mei 2016.)

oui c'est elle1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

oui c'est elle2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zo klinkt dit duet als Nicolai Gedda een Pierre Dervaux het zingen.

 

[NADIR]

Au fond du temple saint

Paré de fleurs et d’or

Une femme apparaît!

Je crois la voir encore!

 

[ZUGRA]

Une femme apparaît!

Je crois la voir encore!

 

[NADIR]

La foule prosternée

La regarde, entonée

Et murmure tous bas:

Voyez, c’est la déesse!

Qui dans l’ombre se dresse

Et vers nous tend les bras!

 

[ZURGA]

Son voile se soulève!

Ô vision! Ô rêve!

La foule est à genoux!

 

[NADIR/ZURGA]

Oui, c’est elle!

C’est la déesse plus charmante et plus belle!

Oui, c’est elle!

C’est la déesse qui descend parmi nous!

Son voile se soulève et la foule est à genoux!

 

[NADIR]

Mais à travers la foul

Elle s’ouvre un passage!

 

[ZURGA]

Son long voile déjà

Nous cache son visage!

 

[NADIR]

Mon regard, hèlas!

La cherche en vain!

 

[NADIR/ZURGA]

Oui, c’est elle! C’est la déesse!

En ce jour qui vient nous unir,

Et fidèle à ma promesse,

Comme un frère je veux te chérir!

C’est elle, c’est la déesse

Qui vient en ce jour nous unir!

Oui, partageons le même sort,

Soyons unis jusqu’à la mort!

Van Roosbeef naar Robeson

Wat een lekker rommelige foto maakte Dennis Duijnhouwer van zangeres Roos Rebergen. Ze zit in een wat ongemakkelijke pose op een vale houten vloer, gehuld in een maillot en een gebreide jurk, tegen een kast met platen, een platenspeler, apparatuur en een amorfe bundel gele en zwarte snoeren.

Roos Rebergen door Dennis Duinhouwer VK 16-02-2015

Roos Rebergen door Dennis Duinhouwer VK 16-02-2015

Boven haar hoofd vraagt een bijzonder plaatje de aandacht van de kijker. Het is een singlehoes met daarin waarschijnlijk het plaatje waarop ‘der grosse Negersänger’ Paul Robeson is te horen. Het plaatje is gekanteld zodat je je hoofd of je scherm moet draaien om te lezen wat er staat. Het platenrekje, een vintage exemplaar dat in de jaren zestig in bijna alle interieurs te vinden was en bij Roos (en bij mij) nog in gebruik is, hangt met de voorste pootjes lekker lui over de rand van het meubel.

Ep'tje uit 1966 met 'Der grosse Negersänger' Paul Robeson.

Ep’tje uit 1966 met ‘Der grosse Negersänger’ Paul Robeson.

‘Der grosse Negersänger’ – tja, dat kon je in 1966 gewoon nog op een hoesje laten drukken. Ik vond het plaatje op ebay en het is een ep’tje met ‘Ol’ man river’, ‘Solitude’, ‘St. Louis Blues’ en ‘Mood Indigo’. Grappig dat een zangeres als Roos met een vrij ingetogen en jong geluid deze grote bas vlak naast haar platenspeler heeft staan. Op melodig.com vind je een prachtige zwartwitfilm die de lijdende katoenbalensjouwende zwarte man laat zien, en Paul Robeson (1898-1976) bezingt met een geweldig mannenkoor hun lot. Ach, wat heeft die man een heerlijk gemakkelijk en diep geluid met dat snelle vibrato. Kom daar nog maar eens om. Van Roosbeef naar Robeson; mooi bruggetje.

http://www.melodig.com/release/15282174/

Volkskrant, 16 februari 2015. Foto Dennis Duijnhouwer

E 40151 Electrola 7 EGW 8466

 

De geschiedenis van de Woonschepenhaven Groningen

Persbericht                                                            Amstelveen, 11 juli 2012

Groninger wethouder Frank de Vries neemt 1e exemplaar

‘De Woonschepenhaven’ in ontvangst.

 

‘De Woonschepenhaven’ is een boek dat de geschiedenis van de haven in de stad Groningen schetst vanaf de aanleg in 1941. Auteur is Anton Weverink jr., de zoon van de ontzagwekkende havenmeester die ruim 25 jaar orde en rust handhaafde in wat toen een uithoek van de stad was.

 

Voorplat van het boek

Deze Toon Weverink (1899-1971) voerde samen met zijn echtgenote Marie de taken uit die het gemeentebestuur oorspronkelijk bij een permanente politiepost had willen onderbrengen. Weverink, die ‘de ouwe’ genoemd werd, had niet alleen de wind er onder, hij was ook de gangmaker achter de speeltuinvereniging, ging met de kinderen van de bewoners handballen en voetballen terwijl zijn echtgenote de handenarbeid organiseerde.

 

De vele prachtige foto’s brengen het verleden tot leven. De aanwezigheid van de Duitse bezetter drukte een zwaar stempel op de eerste jaren van de Woonschepenhaven. De auteur beschrijft de belevenissen van de familie Weverink in een prettige en toegankelijke stijl en lardeert zijn verhaal met diverse anekdotes. De ‘ouwe’ was sterk en sportief en haalde in zijn jonge jaren menige stunt uit. Hij was te paard én hardlopend sneller dan een trein en een tram. Tijdens de oorlog zaagde hij brugpijlers door in het Stadspark, verborg hij wapens en had hij nauwe banden met het verzet.

 

Anton Weverink (*1929) reikt het eerste exemplaar op 17 juli 2012 om 17.15 uur uit aan wethouder Frank de Vries. Partijgenoot (PvdA) en raadslid Jan Spakman is ook bij de uitreiking aanwezig. De Vries is de drijvende kracht achter de € 5 miljoen die het college van B & W heeft bestemd om de Woonschepenhaven ‘ingrijpend te verbeteren.’ Na ruim 70 jaar is dit eigenzinnige stukje Stad nog steeds de moeite waard.

 

Locatie                           Speeltuingebouw DES, Woonschepenhaven 100, Groningen

Datum en tijd               17 juli 2012, 17:15 uur

 

—- Noot voor de redactie [niet voor publicatie] —– —— —– —–

 

‘De Woonschepenhaven’ is een uitgave van Leporello Uitgevers.

Het boek is te verkrijgen via de boekhandel of via de uitgever.

 

Leporello Uitgevers, Bovenkerkerkade 29D, 1185 CR  Amstelveen

http://www.leporello.nl       info@leporello.nl

132 pagina’s, gebonden, met foto’s en illustraties, prijs € 15,-

Meer informatie en de eerste 14 pagina’s vindt u op

http://www.leporello.nl/l/woonschp/woonsch.html

 

Neem voor meer informatie contact op met de uitgever, Dolf Weverink.

[mobiel 06 533 55 294, dolf@weverink.nl]

 

Brittcyclopedie 7 – Adele, zingen zonder airbag

Zingen alsof je met 180 over de snelweg raast, gordel niet om, airbag uitgeschakeld, en passant een Tweet postend, een sigaret rokend en je lippen stiftend. Zingen alsof je leven ervan af hangt, alles gevend wat je hebt, naakt, dramatisch en hartverscheurend.

Zo zong Adele voordat stemproblemen haar het zingen onmogelijk maakten. Vol in het borstregister, hard, authentiek, een beetje rauw. Volkomen echt en zo overtuigend dat ze op 11 maart 2010 in de Top 40 op nummer 1 en 2 stond met Rolling In The Deep en Set Fire To The Rain. In mei zat ze vrolijk kwekkend in Graham Norton’s talkshow waar ze live een bloedstollende versie van Set Fire To The Rain zong. In het interview vertelde ze dat ze op toernee last van haar stem had. Ze verweet het de Franse technici, maar ze wist wel beter. Later dat jaar moest ze stoppen wegens ‘vocal cord haemorrhage’ (BBC), bloedingen in (of op) de stembanden. Op de Grammy-uitreiking van februari dit jaar was ze weer te horen. Ze zong voorzichtiger, de kin iets lager, minder rauw, zachter.

Ze moet wel, anders blijft er niets over van haar stembanden. Adele is niet de enige popzanger(es) die het risico niet schuwt en vol en plat op de borststem zingt. Trijntje Oosterhuis, Amy Whinehouse.  De dames maken van tijd tot tijd een sprongetje naar het kopregister dat heel gedurfd klinkt maar voor een koorzangeres heel normaal is. Het is allemaal een kwestie van techniek, of het gebrek eraan. Te veel spanning op de stembanden, de kin te hoog, geen resonans. Het levert een eigen geluid op waar je in een koor niet mee uit de voeten kunt maar in de popmuziek wel. Als Adele les neemt en de registers soepel in elkaar laat overgaan, is dat dramatische effect weg, die typische Adelesound. Bij Trijntje hoor je het ook heel goed en Amy Whinehouse… haar stem zit (zat, moet ik helaas zeggen) iets losser in het borstregister. Heel ontroerend is haar uitstapje naar haar topregister in het nummer Will You Still Love Me Tomorrow [op 2:29/2:30 gebeurt het!] van haar laatste plaat Lioness: Hidden Treasures.  Groots en meeslepend zingen, je moet er wat voor over hebben.

www.zingmagazine.nl

Column in ‘Zing’ april 2012

Mijn groenteman is dood

Hij is er niet meer, Simon Kempers. Mijn groenteman van de Amsterdamseweg in Amstelveen. De man met de grijze Elviskuif, de gulle lach, het karakteristieke loopje . ‘Olijfke erbij’ als standaardvraag bij mijn Griekse salade. En het onvergetelijke ‘het heeft wel eens meer gekost’ wanneer ik met een tas vol als een gelukkig man de zaak verliet.

In 2006 kwamen we in Amstelveen wonen. Als we over de Amsterdamseweg reden, in de periode voor de verhuizing,  wees ik op de supermarkt. Een kleine PLUS-markt, nu een AH. ‘Daar ga ik boodschappen doen’ zei ik. En daarnaast een klassieke groenteboer. ‘En daar ook, bij Simon en Annie Kempers.’

Simon en Annie Kempers dreven een klassieke groentenzaak. Geen groentejuwelier of saladebar, maar een zaak met schappen die groen, oranje en geel kleurden van de prei, de andijvie, de sinaasappels, grapefruits en paprika’s.

Annie maakte de verse sappen, de salades en een goede stamppot. Bij Simon mocht ik mijn eigen bananen plukken. En maakte ik kennis met gerookte knoflook, schorseneren, raapstelen en ander moois. Jaarlijks hoogtepunt was de aspergetijd, daar werden we beiden vrolijk van.

Het laatste jaar zag je dat het Simon fysiek minder goed ging. Hij verloor kilo’s, maar de humor bleef. Vanavond eten we asperges. Niet van Simon dit keer. Maar ik denk aan hem en Annie en hef het glas.

Hollandse asperges

Hollandse asperges van vrouwonline

Simon Kempers overleed op 14 mei 2012. Hij is 68 jaar geworden.