Maandelijks archief: juni 2011

Majoor Bosshardt: ‘Een prachtig leven’

Ik geef op 30 juni in Groningen een schrijftraining aan medewerkers van het Leger des Heils. Pro deo. Dat roept herinneringen op aan de middag die ik bij majoor Bosshardt doorbracht in haar Amsterdamse woning. Kopjes thee en een mooi gesprek. Dat is de aanleiding om het interview uit 2003 als drieluikje blogsgewijs te presenteren. Sarah Wong ving de ziel van deze sterke dame in beeld. Het interview verscheen in Vizier van de ANBO.

[Interview uit 2003] Ze is 90 jaar. Glashelder en onvermoeibaar. De majoor – eigenlijk ‘luitenant – kolonel’ maar ‘zo noem je een dame niet’ – heeft een volle agenda: lezingen, interviews, fotosessies. Portret van Alida M. Bosshardt. Een geroepene.

Majoor Bosshardt

Majoor Bosshardt siert de cover van ANBO Vizier in 2003

‘Ik was een lastig kind op school. Ik spijbelde regelmatig en was een beetje brutaal. Op maandag werd ons gevraagd wat we op zondag hadden gedaan. Als ik dan vertelde dat ik met mijn vader naar de kerk was geweest – de katholieke – dan moest ik nablijven. Dus zei ik op een gegeven moment “het gaat jullie niets aan wat ik op zondag doe.” Dat namen ze me, op die christelijke school, natuurlijk kwalijk. Je moet je voorstellen, het was 1925. Toen lagen die dingen anders dan nu. Ik ging op m’n veertiende jaar in een manufacturenzaak werken voor een rijksdaalder in de week. Daarvan ging twee gulden veertig in de huishoudportemonnee, een dubbeltje mocht ik houden. Niet om uit te geven, maar om te sparen. Tot mijn achttiende heb ik handdoeken, theedoeken en schorten ingepakt. Wat betreft godsdienst lieten mijn ouders ons vrij. Mijn moeder was hervormd, mijn vader – journalist en organist – was katholiek. Ik heb daar nooit zo bij stilgestaan, maar dat was in die jaren nogal ongebruikelijk. We hoefden op zondag niet mee, maar gingen regelmatig met mijn moeder én mijn vader naar de dienst. De religie begon echt voor me te leven, toen ik een openluchtbijeenkomst van het Leger des Heils had bijgewoond aan het Sint Jans-kerkhof in Utrecht. Daar hoorde ik in eenvoudige bewoordingen waar het om draaide: God is liefde. Liefde voor je naaste. En die liefde bracht het Leger in de praktijk. Dat sprak me aan. Veel meer dan het idee van een klooster, het vooruitzicht om de hele dag alleen maar biddend door te brengen kwam me niet aantrekkelijk voor. Ik wilde aan de slag. Dat kon ik een kinderopvanghuis waar ik intern was. Ook voor een rijksdaalder in de week maar: mét kosten en inwoning. Dus ik ging er ook nog op vooruit!’

Op tafel in haar gezellige Amsterdamse woning liggen historische foto’s van Utrecht. Toegestuurd door een Utrechtse meneer. ‘Kijk, de Nagtegaalstraat, daar ben ik op 8 juni 1913 geboren op nummer 44. Ik zal hem een briefje sturen. En een boek. Ach, wilt u dat even voor mij van de bovenste plank pakken?’ De telefoon gaat voortdurend tijdens het gesprek. De majoor wordt gevraagd voor lezingen, voor interviews, voor diensten. Ze reist naar Tholen, Alphen a/d Rijn, Zeewolde en een kerkdienst in Drachten. ‘Het leek de dominee een mooi idee als ik na afloop iedereen een hand gaf, samen met hem. Maar er waren wel duizend mensen aanwezig! Ik had geen hand meer over.’ Ook op de 50-plus-beurs, onlangs gehouden in Utrecht, was de majoor present. Ze gaf een lezing over haar werk, werd geïnterviewd door Catherine Keyl en nam deel aan een paneldiscussie over geloven. ‘Dan ben ik wel moe hoor. Nog even de beurs over leek me geen goed idee. Die drukte, al die mensen die ik ken en die mij ooit ontmoet hebben. Dan vind ik het heerlijk om weer naar huis te gaan.’

 

Majoor Bosshardt 2

Ze gaat op bijna alle uitnodigingen in, maar maakt steevast een voorbehoud: ‘u moet zich realiseren dat ik 90 ben. Als ik zo goed ben als nu, dan gaat het door. Een vrijwillige bijdrage is uitstekend. De opbrengst is voor het Leger. En u betaalt de benzine van mijn auto, want die rijdt natuurlijk niet op water.’

‘Ik heb een prachtig leven gehad. Een pastoor zei eens tegen me “maar jullie mogen niet roken en niet drinken.” Nee, zei ik, maar jullie mogen niet trouwen! Dat mogen wij van het Leger des Heils weer wel. Het is wel de bedoeling dat je trouwt met iemand van het Leger. Ik had ook wel willen trouwen en kinderen willen krijgen, maar het is gewoon niet op mijn pad gekomen. Dat is aan de ene kant spijtig, aan de andere kant had ik dan al de dingen die ik gedaan heb en nog steeds doe niet kunnen doen. Je kunt niet alles hebben.’

De majoor woont sinds zes jaar in een aanleunwoning die deel uitmaakt van de Goodwillburgh, een wooncentrum van het Leger. ‘We kregen de beschikking over ruim drie miljoen gulden uit erfenissen. Dat was het startkapitaal voor dit complex met 106 aanleunwoningen. Ik wilde beslist dat het in het centrum van Amsterdam kwam, want daar waren voor ouderen niet veel voorzieningen. En als je je hele leven in de binnenstad hebt gewoond, is uitwijken naar Banne of Buitenveldert geen aantrekkelijke optie. Uiteindelijk bleken we acht miljoen nodig te hebben. Het was een hele klus om het bedrag bij elkaar te krijgen, maar het is gelukt. Hoewel ik heerlijk woonde op de Wallen, ben ik ook hier naartoe verhuisd. Ik woonde driehoog, die steile trappen kon ik niet meer aan. Ik ben echt van Amsterdam gaan houden. In deze stad heb ik de oorlog meegemaakt. En hier zijn we in 1948 begonnen met het eerste Goodwillcentrum. Eerst heel klein, op de begane grond van het inmiddels bekende Leger des Heilspand aan de Oudezijds Voorburgwal. Later konden we de bovenste verdiepingen erbij betrekken en verder uitbreiden.’

Foto bij het interview uit 2003

Sarah Wong fotografeerde majoor Bosshardt

Is het moeilijk nieuwe krachten voor het Leger te vinden? ‘Er zijn weinig jonge mensen die nu een loopbaan als heilsoldaat kiezen. Jongeren hebben andere interesses, ze zijn beter opgeleid en veel meer mogelijkheden dan toen ik een keuze moest maken. Ook de instroom van nieuwe officieren loopt terug. Het werk van het Leger is nu wel anders van opzet dan vroeger. In veel van de projecten die we opzetten, werken mensen die geen lid zijn van het Leger maar wél de doelstellingen onderschrijven en gewoon voor een salaris of een vergoeding werken. En dat kan natuurlijk ook.’

Majoor Bosshardt 3

Een belangrijk instrument van het Leger is het evangelisatieblad De Strijdkreet dat de soldaten in cafés verkopen. Historisch is de foto uit 1965 (opgenomen in de jubileumuitgave van het Amsterdamse Goodwillcentrum) waarop de majoor gearmd met prinses Beatrix, voor de gelegenheid vermomd met bril en pruik, een ronde maakt door de binnenstad. Verkoopt de majoor nog Strijdkreten? ‘Nee, daar ben ik mee opgehouden omdat ik minder goed ben gaan lopen.’ Maar majoor Bosshardt heeft deze woorden nauwelijks gesproken, of ze staat op om een paar exemplaren te pakken. Het blad is nadrukkelijk met z’n tijd meegegaan en brengt nieuws over het werk van het Leger in binnen- en buitenland. Iedere twee weken verschijnt een nieuw exemplaar.

Heeft de majoor nog een advies aan vutters en gepensioneerden? ‘Jazeker. Blijf bezig. Ga aan de slag in het vrijwilligerswerk, dan zorg je ervoor dat je niet indut. Veel mensen raken na hun pensionering echt het contact met het gewone leven kwijt, en dat is helemaal niet nodig. Als je vrijwilligerswerk doet, lever je bovendien een belangrijke bijdrage aan de samenleving. Verder hoop ik dat velen willen of leren geloven in God de Eeuwige.’

Alida M. Bosschardt. Een bijzondere vrouw die even gemakkelijk met een dakloze praat als met de koningin. Een heldere geest die situaties snel analyseert, van aanpakken houdt maar nooit oordeelt over mensen. ‘Als iemand hulp nodig heeft, moet je helpen. Nee, ik veroordeel mensen niet om hun keuzes. Die moet je respecteren. Maar ik zeg drugsverslaafden, dak- en thuislozen en prostituees wel dat ze een beter leven verdienen.’

De majoor in het ANBO-blad

Alida M. Bosshardt in volle glorie

Dit interview verscheen in Vizier het, ledenblad van ANBO voor 50-plussers (nu ANBO Magazine) in nummer 12/1 december/januari 2003, jaargang 25. Sarah Wong maakte de foto’s, Dolf Weverink schreef de tekst. Majoor Bosshardt overleed op 25 juni 2007 op 94-jarige leeftijd.